Audi MMI   MMI-bedieningseenheid   Navigeren  Reisdoel ingeven
Een punt op de kaart kan als reisdoel of tussenstop vastgelegd, in het adresboek opgeslagen en ook gebeld* worden.
Voorwaarde: de navigatiefunctie is gestart Link.
Keuzetoets Kaart indrukken. Op het MMI-scherm wordt een kaart weergegeven.
Het dradenkruis Afb.1 met de joystick horizontaal, verticaal of diagonaal op het gewenste reisdoel verschuiven Link.
Draai-/drukknop indrukken. Het kaart-infomenu wordt geactiveerd.
Draai-/drukknop op Opt. menu draaien en indrukken.Het menu Kaartpositie wordt weergegeven.
Draai-/drukknop op Als reisdoel overnemen draaien en indrukken.
Draai-/drukknop op Als einddoel overnemen of Als tussenstop toevoegen Link draaien en indrukken.
De routegeleiding starten door de draai-/drukknop op Routegeleiding starten te draaien en in te drukken. Op het MMI-scherm worden de routecriteria en vervolgens de kaart met drie mogelijke routes Afb.3 weergegeven.
Om een route te kiezen, de draai-/drukknop linksom of rechtsom draaien en indrukken.
Als een reisdoel in het kaartmateriaal niet beschikbaar is, kunt u het dradenkruis op de positie van de gewenste plaats verschuiven en de geografische gegevens als reisdoel overnemen of een vermelding aan het adresboek toevoegen.
Aanwijzing
  • Als u het dradenkruis een ogenblik niet beweegt, wordt extra informatie over de positie van het dradenkruis weergegeven (bv. plaats- of straatnaam).
  • Om het gewenste reisdoel sneller met het dradenkruis te kunnen vatten, kunt u de schaal van de kaart vergroten/verkleinen, door de draai-/drukknop linksom of rechtsom te draaien.